1 H. Voorn: 'Papier in de oorlog'
(1946), p. 131 (eNO, 318 a).
Metalen, vordering, s
PTT
Rüstungsinspektion Niederlande
Rijksbureau voor Non-Ferro Metalen
Rijksbureau voor Papier, Papierverwerkende en Grafische Indusrrie
Speer, A.
Voorn, H.
Twee-en-een-halve maand na Seyss-Inquarts verordening van eind juli ,42 die tot de vorderingen leidde die wij in het voorafgaande beschreven, begin oktober '42 dus, verscheen weer een nieuwe verordening van de Reichskommissar 1: ieder die ijzer- en staalmateriaal bezat tot een totaal gewicht van minstens IQ ton, moest dat opgeven aan het rijksbureau voor ijzer en staal, de Reichskommissar kreeg de bevoegdheid, die voorraden 'ten behoeve van de Nederlandse staar'
verbeurd te verklaren; een deel van die voorraden, tezamen 285000 ton ijzer en staal, werd onmiddellijk geblokkeerd. Daarvan werd tot in de zomer van '44 ruim 120000 ton vrijgegeven voor Nederlandse behoeften, maar praktisch de gehele rest werd door de bezetter voor eigen doeleinden gebruikt waarbij ca. 60 000 ton naar Duitsland afgevoerd werd en een even grote hoeveelheid naar de kust werd overgebracht ten behoeve van de bouw van de betonnen versterkingswerken van de Atlantikwall; 30000 ton bleek nodig te zijn voor versterkingswerken in het achterland. Speers vertegenwoordiger in Nederland, Fiebig, zat als een terrier achter deze grote vorderingsactie aan: enkele fabrieken die ijzer en staal trachtten achter te houden, werden onder Verwaltung geplaatst, .zo Figee te Haarlem en de Etna te Breda. Toen in het kader van deze actie in de zomer van '43 ook de ijzer- en staalreserves van de rijkswaterstaat gevorderd werden, weigerde secretaris-generaal Spitzen daar medewerking aan te verlenen; dit werd een van de redenen van zijn ontslag. De waarnemend directeurgeneraal van de rijkswaterstaat, ir. C. T. C. Heijning, weigerde eveneens deze werd een tijdlang in arrest gehouden en daarna eveneens ontslagen. De vordering werd doorgezet.