Stempels zijn stellig in duizenden soorten nagemaakt. Nederland telde toen ca. lOOO gemeenten en 503 distributiekringen. Elke gemeente had een eigen gemeentestempel, elke distributiekring had, nog van andere stempels afgezien, een eigen nummersternpel. Die ruim 500 nummerstempels waren nodig om de bij de tweede distributiestamkaart behorende controlezegels en inlegvellen af te stempelen en in de nieuwe stamkaarten moest, als zij blanco 'gekraakt'
waren, het gemeentestempel aangebracht worden. De PEC en de al genoemde Palsificatiecentrale van de LO waren beide illegale organisaties (er waren ook andere) die mede gespecialiseerd waren in het verstrekken van nagemaakte stempels.