Welnu, wanneer de lezer zich bij wijze van voorbeeld het betoog voor ogen stelt waarmee Eicke politieke scholing gaf aan de officieren, onderofficieren en minderen van de SS- Totenkop[-Standarten: 'Sie stünden als einzige Soldaten auch in Friedenszeiten Tag und Nacht am Feind, am Peind hinter dent Draht', dan is duidelijk hoeveel meer kracht zulk een betoog kreeg toen het inderdaad oorlog was. De gevangene, elke gevangene, werd nu tegelijk representant van Duitslands buitenlandse vijanden; hij was hun verlengstuk, hun helper, hun agent. Behandeld (en mishandeld) werd hij niet alleen op grond van wat hij zelf misdreven zou hebben, maar ook op grond van wat, volgens veel Duitsers, Duitslands vijanden aan Duitsland misdreven. De haat jegens die vijanden, dagelijks aangewakkerd in de door Goebbels gedirigeerde pers en radio, werd op de gevangenen, in ruimer zin: op allen die Duitsland in zijn macht had, uitgeleefd, ja het gehele publieke leven werd in Duitsland doortrokken van een aggressiviteit waarin geen spoor mededogen meer aanwezig was. De 'hardheid'
, sinds ' 33 al gepredikt als norm, werd nu zoveel gemakkelijker door miljoenen burgers overgenomen en hunnerzijds ten top gevoerd. Men zou kunnen spreken van een vergiftigde atmosfeer waarin het voor veel Duitsers vanzelf sprak dat zij zich jegens leden van andere en zeker van inferieur geachte volkeren alles mochten permitteren.