In eerste instantie werden de beroepsofficieren naar een groot barakkenkamp te Langwasser bij Neurenberg gevoerd dat vóór de oorlog gebruikt was om de leden van de Nazipartij te herbergen die de jaarlijkse Parteltag te Neurenberg plachten bij te wonenhet kamp was nu als krijgsgevangenenkamp ingericht; er waren niet minder dan zestigduizend militairen van verschillende nationaliteit in opgesloten. De eerste nacht bracht de eerste groep Nederlandse officieren die er aankwam, het transport uit Breda (de andere transporten arriveerden een dag later), er in vier grote, stikdonkere tenten door, pas op de tweede dag van hun verblijf werden hun en de inmiddels gearriveerde overige officieren barakken toegewezen. In die barakken heeft de groep twee-en-een-halve maand vertoefd, en niet zonder moeilijkheden. De Colditz-groep had zich in juli' 40 op haar vertrek grondig kunnen voorbereiden, maar de officieren die zich op I5 mei' 42 '
ter controle' hadden
Assen
Breda
Coldirz
Ede
Groep-'Barbara'
Krijgsgevangenen. Nederlandse
Langwasser
Roermond
Tonner, c.
thuis zouden zijn en waren dus weggevoerd zonder dat zij koffers met benodigdheden bij zich hadden. Zes weken duurde het voor die koffers in Langwasser aankwamen. 'We leefden'
, schreef een der officieren, ir. G. van Amstel, 'in het enige stel kleren waarin we opgepakt waren, en vervuilden. Zeep hadden we niet, scheerapparaten waren sporadisch aanwezig, de baarden groeiden als voor de Passiespelen.'!
'Bij de uitreiking van de koffers'
(één koffer de man, 'gevuld met kleding en clandestiene goede gaven en met eindeloos veelliefderijke zorg verpakt'
) 'maakten we voor het eerst kennis met de grijpgrage vingers van de Duitsers. Vrijwel alles was 'verboten' en werd onder onze neuzen uit de koffers geplukt. Zelfs medicamenten, vitaminen en vooral brieven moesten het ontgelden."