In Mühlberg trad een zekere dr. Piltz als man van de Arbeitseinsatz op een 'Nazi in hart en nieren'
, aldus ds. A. T. W. de Kluis, een van de Nederlandse geestelijke verzorgers." Dr. Piltz was, schrijft ds. de Kluis, 'tot in bijzonderheden op de hoogte van de bepalingen der Conventie van Genève.'
Hij gebruikte derhalve allerlei listen, Munitiefabrieken noemde hij 'houtzagerijen'
of 'confectiefabrieken'
of'distilleerderijen'
- had men zich eenmaal voor het niet verboden werk in die bedrijven opgegeven en constateerde men later dat men granaten moest draaien, dan was men van de groep in Mühlberg geïsoleerd waardoor het veel moeilijker was om te protesteren. Dergelijke protesten hebben zich desondanks voorgedaan; zo heeft, aldus ds. van Ginkel, een klein contingent onderofficieren dat (vermoedelijk misleid door dr. Piltz) in de Junkers-fabrieken te Aschersleben belandde, daar vastberaden geweigerd te werken - dit contingent is aan de onderofficieren toegevoegd die zich al in de strafkampen ten oosten van Krakau bevonden. Volgens ds. van Ginkel is voorts door de dienstplichtigen die in Duitse fabrieken belandden, veel lijngetrokken en ook wel effectief gesaboteerd, 'onze mannen'
, schreef hij, 'waren voor de Duitsers de moeilijkste krijgsgevangenen'
5 - er zijn overeenkomstige Duitse klachten geweest over het gedrag van de 'gewone'
Nederlandse arbeiders die in het Derde Rijk op tal van wijzen van hun onlust deden blijken.