'houdt in, voortdurend te verkeren op de grens van tijd en eeuwigheid, van leven en dood ... Ons gijzelaarschap worde door ons niet ervaren als een blind lot dat over ons is gekomen, maar als een taak en een verantwoordelijkheid, waarin om de hoogste en diepste goddelijke en menselijke dingen gestreden wordt. Wij hebben ons nu bewust te maken dat gijzelaar-zijn niet een blind lot is, maar het bekleden van een plaats aan dit schrikkelijke maar grootse front waarin zovele miljoenen elk weer op een andere wijze betrokken zijn.'
De verzen luidden: 'Geen vijand vrees ik als Gij bijzijt / Tranen en leed zijn zonder bitterheid / Waar is,dood, uw schrik? Graf, waar uweer? / Meer dan overwilmaar blijfin de Heer', en: 'Houd hoog Uw kruis voor mijn verdonkrend oog / Licht in de schemer, leid mij naar omhoog I/De morgen daagt, de schaduw gaat voorbij: / in dood en leven, Heer, blijf mij nabij l' 2 Teksten in Gedenkboek Gijzelaarskamp Haaien, p. 65
Buchenwald
Dijk, K.
Executies
Gedenkboek Gijzelaarskamp Haaren
Gijzelaars
Haaren, Grootseminarie ('SD'-gevangenis en gijzelaarskamp)
Hendrikx, F. N. J.
Kraemer, H.
Rotterdam. (De vijf) gij2elaars van
Sint Michielsgestel, 'Beekvlier'