'Notarissen, doctoren, dominees, kapelaans, ambtenaren, ze waren er in massa's ... Gaven zij geestelijke leiding en morele steun aan hun arme, gekwelde medemensen? Neen, deze heren stalen het brood van hun medegevangenen, dreven zwarte handel, kenden geen moraal en geen gemeenschapszin' Tuynenburg Muys wilde slechts een uitzondering maken voor 'een edele Joodse arts' (vermoedelijk dr. de la Parra) 'en twee nog jeugdige dominees' (een van die twee was ds. Lieve - wie met de tweede bedoeld is, weten wij niet).Brief,aug.van].vanB. Bakels:p.H.Lieve enR. ter Steege:p.'Verslag van mededelingen van G. Tuynenburg Muys'nov.p.(GC).Amersfoort, concenrrariekampBakels, F. B.Brandsma, T.Dongen,). C. vanLeeuwengardeLieve, H. L.Parra, H. de laSteege, K. R. ter, 6.ยท84n; 8Tuynenburg Muys, G.'HET GEHAL TE VAN DE GEVANGENEN IS SLECHT'