Zo waren er dus van eind' 43 af in Amersfoort telkens enkele duizenden gevangenen aanwezig. Er kwamen Kommandos die het kamp als zodanig in stand bielden, maar Kommandos voor de uitbreiding waren niet meer nodig. Enkele nieuwe Kommandos werden opgericht: twee buiten het kamp, t.w. in een speelgoedfabriek in Amersfoort en op het vliegveld van Soesterberg (op beide plaatsen werkten tezamen telkens ca. vierhonderdvijftig gevangenen), en één binnen het kamp: een afdeling van de Nederlandse SeintoestellenFabriek te Hilversum waar radiotoestellen gemonteerd werden. Het was een groot voordeel om in een van die drie Kommandos opgenomen te worden: men kreeg dan extra-eten. Het NSF-Kommando verwierf zich nog andere voorrechten: de ca. tweehonderd gevangenen die er telkens deel van uitmaakten, behoefden niet aan de algemene appèls deel te nemen, hadden een eigen barak-gedeelte en konden hun bestaan daar min of meer inrichten zoals zij dat zelf wensten. 'Wij waren'
, schreef ir. Lely, die in dat NSF Kommando opgenomen was, 'dwangarbeiders onder zéér redelijke condities."