Medio juli werd aan alle Joden die nog in het JDL opgesloten zaten (enkele duizenden, maar wij weten niet precies, hoevelen het er waren), gelast hun kleding in te leveren": zij kregen zebra-kleding uitgereikt, zij kregen ook kampnummers. Maar uit het feit dat zij nu de status van 'echte'
concentratiekamp-gevangenen gekregen hadden, vloeiden nog andere eonsequenties voort; al hun eigendommen werden hun (op f xo, twee dekens en één handdoek per persoon na) afgenomen: geld, horloges, ringen, dasspelden, portefeuilles, sigarenen sigarettenkokers, enz. Op één punt bleef er verschil bestaan met de gevangenen in het Schutzhaftlager: de mannelijke Joden werden niet kaalgeschoren. Dat verzuim werd in oktober door de nieuwe Lagerkommandant, Griinewald, hersteld.