Westerbork verschilde in zoverre van het [udendurchgangslager Vught, van het kamp Vught en van de overige Duitse concentratiekampen dat de gevangenen (want gevangenen waren zij) de 'kamp-SS'
ers', als wij die term hier mogen herhalen, maar zelden te zien kregen. In herinneringen van oud-gevangenen komt men herhaaldelijk Gemmeker (en Frau Hassel) tegen, maar zelden een andere ss:«. Die waren er wèl: leden van Gemmekers kleine staf (wij weten niet eens, hoeveelleden die staf telde), maar zij vertoonden zich blijkbaar maar weinig in het kamp, vermoedelijk met uitzondering van de man die Gemmeker krachtens zijn functie vergezelde: zijn adjudant. Er waren, ook na het aan kapitein Schol verleende ontslag, nog wel enkele niet-Joodse Nederlanders in het kamp werkzaam: afgezien van de 'foute'
roof ploeg van Lippmann-Rosenthal (Sarphatistraat) en enkele distributie-ambtenaren (daarover straks meer), een hoofd van de landbouw, een chef-boekhouder, een chef-kok, een magazijnchef, enkele typistes en telefonistes en, later, leiders van diverse werkplaatsen, maar nagenoeg al het organisatorische werk werd door de Joodse staf van het kamp verricht.