Maandag stond er minder wind. Men hees het zeil en zette koers naar wat, naar men aannam, het oosten was, maar's avonds wakkerde de wind weer aan zodat het zeil gestreken moest worden en ook op dinsdag was Vall zeilen geen sprake. De voeten van de negentien mannen zwollen op, verscheidenen hunner raakten zo uitgeput dat ze nauwelijks meer de kracht hadden om,
'Farmsurn', de
U-Boote
wanneer dat nodig was, te hozen. Woensdag kon men weer zeilen. Zowaar kwam's avonds de maan even door - het eerste wat men toen constateerde was dat men, menende oostwaarts (richting Ierland) te zeilen, zuidwaarts had gezeild. Velen kregen die avond last van huidwonden die gevolg waren van de voortdurende inwerking van het zoute water; de wonden werden met de voorraad verband uit het medicijnkastje zo goed mogelijk verbonden.