Toen Visser 't Hooft in mei '
42 in Genève teruggekeerd was met de opdracht, het wederzijds 'geestelijk contact'
tussen de regering en bezet Nederland zoveel mogelijk te bevorderen, kwam hem daar in juni mej. H. Ch. Kohlbrugge uit Amsterdam bezoeken die eigener beweging illegaal naar Zwitserland gereisd was met stukken die haar door H. M. van Randwijk, hoofdredacteur van het illegale Vrij Nederland, ter hand waren gesteld. Mej. Kohlbrugge keerde, weer illegaal, naar Nederland terug met de afspraak dat zij twee van Visser 't Hoofts relaties: mr. G. H. Slotemaker de Bruïne en N. Stufkens, zou vragen in bezet gebied een rapporterend centrum te vorm.en. Inderdaad, Slotemaker en Stufkens verzamelden tal van stukken die door een Amsterdamse fotograaf, de OD' er W. Prins, gemicrofilmd werden. De microfilms werden verstopt in de banden van wetenschappelijke boeken die naar een met Visser 't Hooft afgesproken adres in Zwitserland gestuurd werden. Aldus kwamen in de periode zomer '42-zomer '
43 caaoo stukken in Genève aan. Daarnaast zond Visser' t Hooft enkele malen illegale boodschappers naar Nederland, van wie de predikantszoon [oop Bartels de belangrijkste was.