Hoewel op de hoogte van Somers eigenaardigheden, hebben wij reeds in deel 7 geschreven, 'dat buiten bezet gebied niemand er meer toe bijgedragen heeft dan Somer om na een periode van akelig gemodder de voor de regering vitale geheime verbindingen met bezet gebied eindelijk goed op poten te zetten.'
Die uitspraak handhaven wij; wij zouden hem nog in dier voege willen uitbreiden dat die geheime verbindingen niet alleen voor de Nederlandse regering maar ook voor de Geallieerde militaire leiding van vitaal belang zijn geweest. MI-6 was, gelijk weergegeven, in de jaren '40 t.e.m. '42 van mening dat er uit Nederland minder spionagegegevens kwamen dan uit andere bezette landen. Toen BI in de loop van' 43 goed op gang gekomen was, stroomden die gegevens binnen, in '44 werd die stroom een vloed en in de laatste bezettingswinter ontstond een situatie (wij zullen haar in deel IQ beschrijven) waarin de Wehrmacht in Nederland