Was het óók deloyaal dat SOB sabotage-agenten naar Nederland zond in '41 en de eerste maanden van'
42, toen althans de koningin en minister Furstner op het standpunt stonden dat die sabotage, welke tot Duitse represailles tegen de burgerij in bezet gebied kon leiden, van Engeland uit niet georganiseerd diende te worden? Wij twijfelen. Wij achten het namelijk heel wel mogelijk dat Gerbrandy zijn accoord gegeven heeft aan wat SOB wilde ondernemen. Represailles schrikten hem niet af. Wij herinneren aan hetgeen hij in september' 41 in de ministerraad zei toen daar Steenberghe'
s door de koningin warm toegejuichte en door hem afgekeurde plan om grootscheepse relief naar bezet gebied te sturen, in bespreking kwam: 'hij stelt zich op het standpunt van Churchill: de bezette landen moeten het maar slecht hebben.'
Ontberingen zouden, zo meende Gerbrandy, de geest van verzet stimuleren, en wij kunnen ons voorstellen dat hij van represailles eenzelfde effect verwachtte en zich daardoor althans niet liet afschrikken. Het verdient overigens de aandacht dat de regering in de BBO-periode ('44-'
45) tegen sabotagedaden geen bezwaar meer had, ook niet toen zij wist dat elke sabotagedaad aan een aantal illegale werkers die gevangen zaten, het leven zou kosten.