Eind' 4I verdween Laming naar het Midden-Oosten, in 'de overtuiging', aldus de Enquêtecommissie, dat van 't Sant 'het zijne tot zijn ontslag als hoofd van de Dutch Section van SOB (had) bijgedragen.' 4 Dat laatste achten wij, gezien de vijandige verhalen die Laming had verspreid, aannemelijk. Inmiddels was ook van 't Sant als hoofd van de Centrale Inlichtingendienst afgetreden; hij zette evenwel, gelijk reeds vermeld, zijn samenwerking met MI-6 voort. Met dat al was hij toen in het departementale apparaat niet meer dan raadadviseur bij Justitie, zulks zonder een eigen duidelijke taak. De koningin zette door dat hij in april' 42 benoemd werd tot hoofd van de
Blankenstein, M. vanCentrale Inlichtingendienst (Londen)Dijxhoorn, A. Q. H.Enquêtecommissie 'Regeringsbeleid 1940- 1945'Laming, R. V.Lovink, A. H. J.Menzies,S.Military Intelligence (MI)-6, sRegeringsvoorlichtingsdienstSant, F. van 'rSpecial Operations Executive (SOE)Verbrugge van 's-Gravendeel-Prisse, L.Vrij Nederland (Londen) (laterWarners, C. ].LAMING STOOKT TEGEN VAN 'T SANTafdeling politie ten departemente met de titel 'directeur van politie' - wij komen hierop in een volgend hoofdstuk terug.