Van't Sant werd in augustus'
41 alshoofd van de Centrale Inlichtingendienst ontslagen. Rabagliatti was hier bijzonder verbolgen over ('horrified' was het woord dat Gerbrandy tegen de Engelandvaarder ir. den Boer gebruikte 2) gevolg was dat Rabagliatti, en in zijn persoon MI-6, geen sterke aandrang had om met van 't Sants opvolger, reserve-kapitein mr. R. J. P. Derksema, die 'waarnemend hoofd'
werd, samen te werken. Uit het feit dat Gerbrandy en van Boeyen (bij deze laatste was de verantwoordelijkheid voor de CID komen te berusten) er niet voor voelden, Derksema 'hoofd'
van de dienst te maken, bleek gereserveerdheid. Voor die gereserveerdheid was alle reden.