De Bruyne had, gelijk weergegeven, eind april alle banden met Hazelhoff en Krediet verbroken en dezen waren desondanks met goedvinden van Gerbrandy nog eenmaal naar de Nederlandse kust gevaren. De 'weg via het strand' bleek toen versperd te zijn. Hadden die twee jongeren dan niet de capaciteiten om een andere weg op te bouwen? Zij vonden zelf van wel. Zij bleven in hun Bat boven 'Oranjehaven' wonen (de huur en hun toelagen werden door Gerbrandy's departement voor algemene oorlogvoering van het koninkrijk betaald) en medio juni richtte Hazelhoff tot dat departement het verzoek, hem onder een valse identiteit naar Zwitserland te sturen. Volgens een opzet die hij met prins Bernhard uitgewerkt had, wilde Hazelhoff van daaruit een geheime 'weg' naar Nederland opbouwen. Gerbrandy liet de behandeling van Hazelhofls verzoek aan zijn secretaris-generaal Lovink en zijn raadadviseur Warners over. Avonden lang spraken dezen met Hazelhoff; zij vonden hem ondeskundig, hadden bezwaar tegen de wijze waarop hij met de hem verstrekte gelden omsprong, waren van mening dat, zo rapporteerden zij enige tijd later aan Gerbrandy, 'met
Bernhard, Prins, JBruijne, M. R. deCommissie Miliraire OnderscheidingenHazelhoffRoelfzema, 9°2,9°3,9°5,9°7-9°9,917, 926, 928, 932, 933; 6Krediet, c.Lovink, A. H. J.Militaire Willemsorde'Oranjehaven'Tazelaar, P., s. 842, 896, 898, 902, 9°4-910, 928, 930, 953; 9Warners, C. ].Wet op de Militaire WillemsordeZwitserlandEINDE VAN DE GROEP-HA ZELHOFF ROELFZEMAzekerheid (kon) worden aangenomen dat alle personen' (Hazelhoff Krediet en enkele anderen die dezen wilden inschakelen) 'stuk voor stuk bij de Gestapo bekend en reeds gesignaleerd (waren)', en concludeerden enkele dagen nadat zij zich die mening gevormd hadden, tot een 'volkomen gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef bij deze jongeman' (Hazelhoff), toen een onbekende hun een kopie van Hazelhofls rapport over zijn operaties op de Nederlandse kust was komen brengen die gevonden was 'op een leestafel, tussen tijdschriften' (naar wij aannemen: in 'Oranjehaven'I.! Medio juli sloten prins Bernhard en van 't Sant zich bij de opinie van Lovink en Warners aan dat Hazelhoff en zijn helpers (Krediet was toen door de koningin als haar adjudant meegenomen naar Amerika) uit het inlichtingenwerk verwijderd moesten worden. Hazelhoff en Krediet (de laatste na zijn terugkeer uit Amerika) namen dienst bij de RAF. Hun verering voor de koningin had niet geleden en zowel van 't Sant als Gerbrandy hadden zij leren waarderen, maar voor het overige keerden zij het Nederlandse officiële milieu te Londen met walging de rug toe.