Voor die opzet was om te beginnen van Angerens steun nodig (de CID onder Monchen zou namelijk onder Justitie blijven ressorteren) maar dat was van Angeren toch te bar. Monchen vertrouwde hem in zijn onnozelheid toe dat hij met medeweten van de koningin en prins Bernhard al een huis had gehuurd voor de 'nieuwe'
CID (op kosten van Justitie!) en dat van 't Sant als zijn adviseur zou optreden - van Angeren zei tegen Monchen en tegen prins Bernhard die hem namens de koningin kwam bezoeken, dat hij, schreef hij later, 'bezwaar had tegen het toevertrouwen van de leiding van zulk een precaire en verantwoordelijke dienst aan een volkomen op dit stuk onervaren man als Monchen'
; hij 'meende dat pater Monchen om meer dan één reden'
(de pater leidde een nogal zwierig bestaan) 'goed zou doen, zich volkomen en ijverig aan zijn zielzorg te wijden.'
2 Exit pater Monchen.